Overslaan en naar de inhoud gaan

Stuurboordwal varen

Op de snelweg geldt de regel om niet onnodig op de linker 'weghelft' te rijden. Op het water is dit niet anders. Alleen spreken we hier niet over links en rechts. Maar over stuur- en bakboord. Stuurboordwal varen betekent dus niets anders dan zoveel mogelijk rechts aanhouden tijdens het varen. Pas op, want er zijn uitzonderingen op het stuurboordwal varen.

Stuurboordwal varen | tvm verzekeringen

Wanneer stuurboordwal varen? 

In het algemeen geldt op het water de regel om zoveel mogelijk rechts aan te houden. Hierdoor weet u als vaarweggebruiker wanneer u voorrang heeft of het moet verlenen. Het is bovendien voor de omliggende scheepvaart logisch vaargedrag. Het zoveel mogelijk stuurboordwal varen wordt zowel door de pleziervaart als de beroepsvaart opgevolgd. Het is daarentegen niet overal verplicht. Wel moet u in deze situatie voorrang verlenen aan alle schepen die stuurboordwal varen.

In verschillende vaarwateren is stuurboordwal varen wel verplicht. Deze regel geldt dan voor de kleine schepen (minder dan 20 meter). Varen kleine schepen niet aan stuurboordwal, dan kunnen zij hierop worden beboet. Op deze wateren tegen de richting invaren is namelijk zeer gevaarlijk. De exacte vaarwateren vindt u terug in bijlage 15a van het binnenvaartpolitiereglement. Is er slecht zicht? Ook dan dienen alle schepen zoveel mogelijk stuurboordwal te varen. Dit geldt dan voor alle schepen. Ook schepen die groter zijn dan 20 meter. 

Blauw bord bij grote schepen 

Grote schepen kunnen, als zij dat willen, aan bakboord gaan varen. Bijvoorbeeld bij het invaren van een haven of als er tegenstrooms wordt gevaren. Zoals op een rivier. Deze schepen voeren dan een blauw bord met een wit knipperend licht. In dit geval mag u aan bakboordwal het schip passeren.

De regels op een rijtje 

 

Zoveel mogelijk stuurboordwal varen helpt u en andere mede-vaarweggebruikers bij het veilig kunnen varen. Neem daarom zo weinig mogelijk tijd door aan bakboordzijde. Verder zijn er verschillende situaties die u zelfs verplichten om de regel op te volgen, of waardoor u juist moet afzien van de algemene regel. Nog even alle regels op een rijtje.

  • Vaar zoveel mogelijk aan stuurboordwal. Vaart u aan bakboordzijde, geef dan aan alle schepen die stuurboordwal varen voorrang.
  • Vaar altijd aan de stuurboordwal als het vaargebied de stuurboordwal verplicht.
  • Bij slecht zicht dienen alle schepen zoveel mogelijk aan stuurboordwal te varen.
  • Grote schepen kunnen aan bakboordzijde varen. Zij dienen dan een blauw bord met wit knipperend licht te tonen aan de voorzijde. Als het schip veilig aan bakboordzijde kan worden gepasseerd, dan moet dit worden gedaan.

Belangrijkste voorrangsregels op het water 

De regel om zoveel mogelijk stuurboordwal te varen bevordert de veiligheid en de eenvoud van het navigeren op het water. Zo worden onder andere situaties waar voorrang moet worden verleend overzichtelijk.

Net zoals op de autowegen worden er op de waterwegen voorrangsregels toegepast. Zoals de bekende regel om verkeer van rechts, of in dit geval schepen aan stuurboordwal, voorrang te verlenen. Er zijn een aantal unieke scenario's die zich alleen op het water voordoen. Hier worden de meest voorkomende voorrangsregels op een rijtje gezet.

  1. Groot gaat voor klein. Met een kleiner schip (meestal kleiner dan 20 meter) verleent u altijd voorrang aan grotere schepen (langer dan 20 meter). Verder geldt dat veerponten, passagiersschepen, sleep- en duwboten, en vissersschepen ook voorrang krijgen van kleine schepen, mits die in bedrijf zijn, ongeacht hun grootte.

  2. Hoofdwater gaat voor nevenvaarwater. Vaart een schip in een betonde vaargeul (hoofdwater) aan stuurboordzijde, dan moeten schepen uit nevenvaarwater die het hoofdwater willen opvaren voorrang verlenen. Een uitzondering hierop is als een groot schip uit een betonde vaargeul (nevenvaarwater) komt. In dit geval moet een klein schip voorrang verlenen aan het grotere schip.

  3. Kleine zeilschepen en roeiboten gaan voor kleine motorboten. Als geen van de schepen stuurboordwal vaart, gaan kleine zeilboten en roeiboten (kleiner dan 20 meter) voor kleine motorboten (kleiner dan 20 meter) als zij kruisen. In het geval van een grote motorboot of zeilboot krijgt het schip dat van stuurboord nadert voorrang.

  4. Stuurboord krijgt voorrang als twee kleine motorschepen kruisen. Kruisen twee kleine motorboten, dan krijgt het schip dat van stuurboord nadert voorrang.

  5. Lijwaartse schip gaat voor loefwaartse schip. Als twee kleine zeilschepen elkaar passeren, heeft het schip met het zeil over bakboord voorrang op het schip met het zeil over stuurboord. Varen beide schepen met het zeil over dezelfde boeg, dan geldt dat het loefwaartse schip voorrang moet verlenen aan het lijwaartse schip.

  6. Hoofdwateren moeten worden opgevaren zonder andere vaarweggebruikers te hinderen. Schepen die uit een haven of nevenwater het hoofdwater opkomen, dan wel willen oversteken, dienen andere vaarweggebruikers niet te hinderen.

  7. Opvarend schip gaat voor afvarend schip. Op de Waal, Neder-Rijn, Lek en Pannerdensch Kanaal dienen afvarende schepen voorrang te verlenen aan opvarende schepen als zij willen keren, bijvoorbeeld bij het invaren van een haven. Afvarende schepen varen met de stroming mee, terwijl opvarende schepen tegen de stroming in varen.

Vaarregels en voorrangsregels 

Met kennis over de meest voorkomende voorrangsregels weet u wanneer u voorrang moet verlenen of kunt verwachten. Buiten de algemene voorrangsregels gelden er ook nog andere regels op het water, zoals minimale en maximale snelheid op het water, locaties waar wel en niet geankerd mag worden, en het gebruik van de juiste verlichting. De algemene vaarregels bereiden u voor op de meest voorkomende situaties, zoals het passeren van een sluis, varen op open water en het in contact komen met de beroepsvaart. Wilt u meer weten? Lees alles over vaarregels of bekijk onze preventietips voor de pleziervaart