Een zwarte wolk boven Almelo
Even later volgt de harde realiteit: sirenes, brandweerwagens, chaos op het terrein. Dan staan ze voor wat ooit hun trotse hoofdkantoor was: vlammen metershoog, glas dat knapt, een zee van rook die in golven voorbijtrekt. “Je denkt nog: misschien kunnen we iets redden,” vertelt Mart. “Maar al snel besef je dat je machteloos staat. Je kijkt toe hoe je levenswerk in vlammen opgaat. Dat doet pijn, dat vergeet je nooit.”
Het kantoor waar Bertus zijn carrière begon, bestaat niet meer. “Ik ben nog één keer naar boven geweest,” zegt hij zacht. “Het was zwart, alles weg. Ik heb besloten: hier kom ik nooit meer terug.”
"Je weet dat het erg kan zijn, maar pas later dringt het écht door"
Hulp op het juiste moment
Juist in die totale chaos duiken de eerste vertrouwde gezichten op. Bertus: “Ik zag Rick Veldkamp en later ook Wilma Toering van TVM lopen. Die woorden: ‘Wat kan ik doen? Zal ik je morgenvroeg bellen?’ – dat geeft steun. Je weet: we staan er niet alleen voor.”
De statistieken laten zien dat kortsluiting en defecte elektra bij circa 20% van de bedrijfsbranden de oorzaak zijn, naast brandstichting en menselijk handelen. Oorzaken verschillen, maar wat altijd telt is: hoe snel kom je weer in bedrijf?
"Je hebt geen idee waar je moet beginnen, je hoofd zit vol vragen"
Nog diezelfde avond zijn de schade-experts van TVM aanwezig. Binnen een uur is er beveiliging geregeld, het terrein afgesloten en worden de eerste stappen gezet. Bertus: “Dat gaf rust in de storm. Je hebt geen idee waar je moet beginnen, je hoofd zit vol vragen. En dan zie je dat er mensen naast je staan die meteen in actie komen.”
Het verschil maken in dagen
De dagen na de brand zijn zwaar, emotioneel en chaotisch, maar er wordt direct geschakeld. Er is dagelijks contact, er wordt meegedacht over schoonmaak en milieu, geholpen met het coördineren van onderzoeken en uiteindelijk wordt er voor gezorgd dat de bedrijfsvoering door kon.
"Het moment dat je denkt: 'we gaan dit redden'"
Binnen drie werkdagen zit het Dasko-kantoorteam alweer bij elkaar, en de vrachtwagens blijven rijden. “Dat geeft hoop,” zegt Mart. “Het idee dat alles ondanks de klap toch door kan. Dat is het moment dat je denkt: we gaan dit redden.”