Zekeren door Vormvast Opsluiten 

U kunt uw lading zekeren door het vormvast op te sluiten zodat de lading ‘geen kant op kan’. 

Tegen het kopschot, tegen tussenschotten/planken of tegen andere lading aanladen. Strak tegen elkaar zodat de lading niet in beweging kan komen. 

Wees daarbij bedacht op het feit dat na lossen van een deelpartij de situatie wezenlijk kan veranderen zodat het wél een kant op kan. Opnieuw vastzetten is daarbij belangrijk.  

Zekeren door spanbanden/kettingen 

U kunt uw lading ook zekeren met onder meer spankettingen, spankabels en spanbanden. Bij deze vorm van ladingzekering geldt: 

  • Controleer spanbanden en kettingen voordat u op pad gaat. De sterkte van de ketting is nooit meer dan de zwakste schakel. 
  • Het is alleen toegestaan om spanbanden te gebruiken met een label waarop de gegevens volgens EU norm 12195/2  staan, zoals maximale trekkracht en spankracht 
  • Het is belangrijk dat u het gewicht van uw lading weet. Hiermee kunt u de zekeringskracht uitrekenen die volgens EU-norm 12195/1 nodig is. 
  • Zorg er altijd voor dat u aan de normen voldoet, niet voldoen aan- kan gevaarlijke situaties opleveren en hoge boetes. 

Voor het juiste gebruik en toepassing zijn de nodige instructies en cursusmaterialen voorhanden. Zorg ervoor dat je op de hoogte bent van wat moet en vraag instructies als je het niet weet omdat afmetingen, gewichten afwijken of mogelijkheden om veilig en schadevrij te zekeren ontbreken. 

Gebruik spanbanden op verschillende manieren

Neerbinden: hierbij maakt u gebruik van de neerwaartse kracht die wordt aangelegd door de ratel van een spanband. Spanbanden worden bij deze methode aan de ene kant van de lading aan het voertuig vastgezet, over de lading heen getrokken en aan de andere zijde aangespannen. De in de spanband blijvende kracht nadat de ratel is losgelaten is de spankracht (STF = Standard Tension Force). Deze waarde, in daN (Decanewton) uitgedrukt, staat op het label van de spanband vermeld. Hiermee berekent u dus eenvoudig hoeveel spanbanden u nodig heeft. 

Direct zekeren: hierbij maakt u gebruik van vaste punten op een lading en de laadvloer. De waarde op het label van de spanband is de trekkracht (LC1) die aangeeft welke kracht de spanband in rechte lijn aankan. Bij dubbel gebruik van de spanband, bijvoorbeeld in de omspanning, mag deze waarde verdubbeld worden. Ook deze waarde staat op het label onder LC2. De lading wordt bij direct zekeren op zijn plaats gehouden door minstens 4 spanbanden in voorwaartse, achterwaartse en zijwaartse richtingen. 

Als extra zekerheid tegen het verschuiven van uw lading, kunt u bij bovenstaande maatregelen ook antislipmatten gebruiken. 

Is de lading niet goed te zekeren dan is het aan de verlader om er voor te  zorgen dat de lading wél goed “transportwaardig” aangeleverd wordt. Bijv. door in te kratten, sjorogen te bevestigen, zwaarder in te sealen of op andere wijze zodanig te verpakken dat het deugdelijk is vast te zetten en voldoet aan de EUMOS 40509 richtlijn. Eventueel door een gespecialiseerd verpakkingsbedrijf. Daarbij zijn er bedrijven die volgens deze richtlijnen kunnen certificeren zodat de transportwaardigheid geborgd is, bijv. een CS-TS in Belgie. 

Er zijn goede opleidingen (ook in het kader van Code 95) voor planners, chauffeurs en loods medewerkers om medewerkers goed beslagen ten ijs te laten komen daar waar het gaat om veilig en schadevrij vervoer. Daarnaast is er veel informatie te vinden bij o.a. TLN, EvoFenedex en andere partijen over dit onderwerp. Zowel algemeen als bedrijfsspecifiek.