Overslaan en naar de inhoud gaan

Alles draait om data, data en nog eens data

Vanaf een van de bovenste etages van het gebouw Leeuwenburg van de Hogelschool van Amsterdam, heeft Walther Ploos van Amstel een prachtig 360-gradenuitzicht over zijn woonplaats. Beneden hem vormen de talloze kleine en bochtige straatjes die naar het centrum leiden, de Amstel en de Ringweg A10 tezamen een kleurrijk mozaïek, die in één oogopslag de complexiteit van de moderne samenleving laten zien, zeker als het gaat over de vervoersstromen.

September 2020

Vanaf een van de bovenste etages van het gebouw Leeuwenburg van de Hogelschool van Amsterdam, heeft Walther Ploos van Amstel een prachtig 360-gradenuitzicht over zijn woonplaats. Beneden hem vormen de talloze kleine en bochtige straatjes die naar het centrum leiden, de Amstel en de Ringweg A10 tezamen een kleurrijk mozaïek, die in één oogopslag de complexiteit van de moderne samenleving laten zien, zeker als het gaat over de vervoersstromen.

In zijn functie als lector stadslogistiek is het een toepasselijke plek om zijn licht te laten schijnen over de toekomst van de sector van Logistiek en Transport en met name over de noodzaak tot samenwerking in de keten. “De enige manier dat je geld kunt verdienen in onze sector is met rust, reinheid en regelmaat. Toeval en onvoorspelbaarheid zijn je grootste margekillers”, zegt hij in zijn compacte werkruimte. Ploos van Amstel is een bevlogen spreker. Stel hem een vraag over zijn vakgebied en voor je het weet ben je anderhalf uur verder en is de koffie nog onaangeroerd. Zijn verhaal is doorspekt met feiten en cijfers, maar daarnaast heeft hij een zeer uitgesproken mening en mag hij zijn gehoor graag prikkelen met uitdagende stellingen.

Zijn belangrijkste stokpaardje? Het belang van data en informatie-uitwisseling. “Eigenlijk is het heel simpel: degene met de meeste informatie wint. Of overleeft. Nee, lang niet iedereen heeft dat begrepen. Ik zie nog steeds teveel transporteurs die het belangrijker vinden te investeren in een vrachtwagen dan in een IT-systeem.”

Als de huidige coronacrisis één ding heeft duidelijk gemaakt, benadrukt hij, dan is het wel de noodzaak om als transportondernemer inzicht te hebben in wat er in jouw keten gebeurt, van het begin tot het eind. “En dan heb ik het niet alleen over transportdata. Je moet meekijken in de keten van de klant, zodat je goed kunt anticiperen. Vandaag weet je hoeveel containers er verscheept worden in de haven van Shanghai. Dus als transporteur kun je vier weken voordat het schip aankomt al plannen en capaciteit inregelen met wagens en chauffeurs.”

Verschuiving tussen distributiekanalen

De foodsector is wat hem betreft een lichtend voorbeeld voor de gehele transportbranche. Ploos van Amstel: “Er is door corona een verschuiving tussen distributiekanalen ontstaan, omdat mensen anders gingen consumeren. Uit eten werd thuis eten. De Jumbo en de Albert Heijn maakten hierdoor fors meer omzet. Ook online. De mensen gingen niet alleen meer, maar ook anders kopen. Ze hadden weer tijd om te koken, dus ze kochten zaken als gist, meel, vanillesuiker. Schappen die voorheen een tot twee keer per dag gevuld werden, moesten nu vier tot vijf keer per dag bevoorraad worden. In die gehele keten van de foodservice zag je op dat vlak een geweldig stuk samenwerking ontstaan. Dankzij het feit dat transporteurs over de juiste data beschikken. Data over voorraden, over transporten en nog veel belangrijker; over de zogenoemde point of sale-data.” De transporteurs van Albert Heijn zitten allemaal in de zogenoemde Retail Control Tower, een webportal van Simacan waar alle betrokken partijen live de transporten kunnen volgen.

“Omdat alle relevante data beschikbaar was, konden transporteurs in de coronacrisis meekijken over de schouders van AH, Jumbo en Spar en dus anticiperen. Transporteurs als Peter Appel en Simon Loos rijden ook voor de horecagroothandel, maar konden dus in no-time wagens en chauffeurs weghalen bij de Sligro en laten rijden in het netwerk van Albert Heijn.” “Het belangrijkste bij een goede forecast is dat je causaliteit hebt. Je moet exact weten wat je vervoert. Bij wijze van spreken of je pakken van een ons of van een kilo van Kellogg’s cornflakes achterin hebt liggen. Als je in staat bent de match te maken tussen demand en supply, ben je koning. Dat doe je door gebruik te maken van alle beschikbare data.”

“Een ander voorbeeld: Er bestaat een bouwlogistieke calculator van CBS die vier jaar vooruit weet te voorspellen wat er aan bouwvolume naar welke regio gaat. Die calculator is gebaseerd op open data, over bestemmingsplannen, vergunningen en dat soort zaken. Ik ken geen bouwtransporteur die dat gebruikt, terwijl alle producenten dat wel gebruiken. Dit soort informatie helpt je als ondernemer om strategische keuzes te maken.”

Feitelijk draait alles om het tijdig en goed kunnen inspelen op veranderende behoeften en patronen op basis van relevante en real-time data. Ploos van Amstel noemt in dit verband ook verkeersdata als belangrijke hulplijn voor transporteurs. “Tachtig procent van de uren die de chauffeurs maken is in gemeenten, slechts twintig procent van hun tijd rijden ze op de snelweg. In de stad varieert de filedruk tussen 22 en 40 procent, op de snelweg is dat twee procent. Anders gezegd: op de snelweg kun je goed plannen, in de stad is dat anders.”

“Een gemiddelde chauffeur rijdt maar 45 procent van zijn tijd. Dus: 55 procent van de tijd staat het voertuig stil met de chauffeur aan boord, de nachten en weekends buiten beschouwing gelaten. Die scheve verhouding ontstaat door plannen met onzekerheid. Ik geef een voorbeeld: Als transporteur moet je een lading afleveren in de stad bij een magazijn. Je hebt en venstertijd gekregen tussen half negen en negen uur. Dus wat doe je als planner? Zorgen dat de chauffeur er op tijd is. Een planner rekent in de regel anderhalf tot twee uur per stop. Zo gaat veel tijd verloren. Als je een uur te vroeg bent, is het uur weg. Oftewel, je kunt veel beter dynamisch plannen. Feitelijk zoals taxichauffeurs dat ook doen. Zodra jij uit de taxi stapt, meldt de chauffeur zich weer aan en geeft Uber hem een volgende rit. In de transportsector zijn we dit nog niet gewend, we zijn opgegroeid met statisch plannen. Dan zeggen we: het gaat om rust, reinheid en regelmaat. Klopt, maar als je beter gaat plannen krijg je ook rust, reinheid en regelmaat. De inzet van mens en materieel bepaalt of je als onderneming winstgevend bent. Dan gaat het vooral over beladingsgraad en efficiency.” En daarmee over samenwerking. “Als bedrijf moet je strategisch klanten en partners kiezen.”

Data

De toekomst van de sector op de korte termijn is ongewis als gevolg van de coronacrisis. De voorspellingen spreken elkaar tegen, stelt Ploos van Amstel vast, maar er is een gemene deler: de economie gaat fors tot zeer fors krimpen. “Als transportondernemer moet je weten wat er gebeurt met de klanten van je klanten, wat jouw klant doet en of jouw klant zich anders gaat gedragen. Data dus. Ik kan het niet genoeg benadrukken: data, data, data, daar draait alles om. Is de markt krap, dan kiezen bedrijven doorgaans voor een lange termijnrelatie met een transporteur. Is de markt daarentegen ruim en er valt veel te kiezen, dan gaan de tarieven nog verder omlaag. Dus prijs wordt nog belangrijker. Dat zorgt voor nieuwe onzekerheid. De marges in de transportsector liggen gemiddeld tussen de nul en twee procent. Dus het kan niet anders dan dat het gros van de bedrijven rode cijfers draait, tenzij ze het spelletje goed weten te spelen en haarfijn kunnen reageren op het gedrag van je klant en het gedrag van de klant van je klant.”

“De laatste tien jaar zijn de marges in transport enorm gekelderd. De kostenstructuur bij transporteurs is harder gegroeid dan de stijging van de prijzen. Resultaat: bijna niemand heeft vlees op de botten en dat wreekt zich. Oftewel, juist nu is het een uitgelezen kans om samen met je collega’s te zitten en elkaar te versterken. Want heel veel bedrijven gaan hun transport uitbesteden de komende twee jaar. Want die zeggen: dit nooit weer. Een concreet voorbeeld? Sligro Food Group heeft haar transport in Amsterdam nu volledig uitbesteed aan Peter Appel en Simon Loos. Een prachtige kans, maar dan wel in samenwerking, zowel op strategisch, tactisch als operationeel niveau. Uitwisseling van chauffeurs en lading is de enige manier om rendabel te zijn.” Plus het optimaal gebruik maken van de marktplaatsen voor transport, door Ploos van Amstel de smeerolie van de sector genoemd. “De telefoon is hopeloos verouderd. De platformtechnologie wordt alleen maar groter en belangrijker.”

Hoe ziet sector er over tien jaar uit?

“Er is een tendens gaande van schaalvergroting en ketenregie. Je krijgt in iedere toeleverketen een leadpartner die heel goed verbonden is met aantal verladers, die de markt kennen. Echter, de allerbelangrijkste ontwikkeling in transport is het klimaatakkoord. Transport moet een belangrijke bijdrage leveren aan de CO2-reductie. En dat kan. Dat gaan we op drie manieren doen. Door de inzet van andere modaliteiten. Dus meer binnenvaart en spoor, dat aspect komt ook terug in de Green Deal van Frans Timmermans en Diederik Samsom. Daarnaast moet de beladingsgraad omhoog. Een derde van de vrachtwagens, inclusief het eigen vervoer, rijdt leeg. Tenslotte is samenwerking nog belangrijker dan nu al het geval is.” Een belangrijk knelpunt is wel dat de sector een inhaalslag te maken heeft als het gaat om kennisontwikkeling, meent Ploos van Amstel. De achterstand is volgens hem ontstaan doordat er in Nederland geen hoogwaardige opleiding bestaat voor mensen in de transportsector. Zo bestaat er geen vak transportplanning. “Maar we hebben wel 12.000 transportplanners. Nederland is wereldmarktleider op het gebied van transportmanagement-systemen. Echter, als je kijkt naar de beladingsgraad, is er een enorme mismatch. Planners moeten betere keuzes maken. Dus samenwerking is belangrijk, maar de randvoorwaarden moeten ook gecreëerd worden. Ziekteverzuim in de sector is een gevolg van vergrijzing, maar ook van hoe de planner zijn werk doet en met de mensen achter het stuur omgaat. Ik durf de stelling aan: hoe hectischer de planning, hoe hoger het ziekteverzuim.”

“De transportsector is een heel platte sector, met gemiddeld één planner op zestig chauffeurs. Dat gaat groeien naar één planner op honderd chauffeurs. Dus het is van levensbelang dat die planner capabel is, dat die zijn weg weet te vinden op de marktplaatsen en data kan lezen, interpreteren en doorvertalen. Bedrijven moeten stuff en fluff zien te combineren. Fluff zijn de systemen, stuff de goederen. Als je die verbinding legt, ben je er.”

Resumerend, er valt voor de transportsector een wereld te winnen met aandacht voor data, samenwerking, opleiding en de human factor? “Precies. De transportsector rijdt sinds 2008 op een snelweg naar beneden. Bedrijven moeten strategisch opereren en weten welke waarde ze vertegenwoordigen in de waardeketen. Ik heb grote bewondering voor bedrijven als Simon Loos, Peter Appel, Den Hartogh en Post Kogeko, maar bijvoorbeeld ook het bedrijf Fietskoeriers, dat in tien jaar tijd enorm is gegroeid en 85 procent van het fietstransport in de stad voor haar rekening neemt. Weet je wat er met fietstransport gaat gebeuren de komende jaren? Dat is gigantisch, ook dat is de Last Mile.” “Weet je, er gebeurt zoveel in de transportwereld. Ook zoveel mooie dingen. En geloof me, het gaat tegenwoordig vaak over het klimaatakkoord en de Green Deal, maar de grote groei zit nog steeds in wegvervoer. De opdracht aan de transporteurs is vooral om met minder vrachtwagens dat volume te gaan afhandelen. En dat kan. Het wegvervoer is en blijft de meest flexibele en snelste modaliteit die er bestaat. Echter, alle partijen in de keten moet digitaliseren en meegaan met de tijd.