Overslaan en naar de inhoud gaan

Meer aandacht voor slaapproblemen onder chauffeurs

"Zelden meldt een chauffeur zich met slaapproblemen"


Jaarlijks melden ongeveer 2.500 nieuwe patiënten zich voor een intakegesprek bij het Slaapcentrum Isala in Zwolle. Slechts zelden zit hier een beroepschauffeur bij. Niet omdat zij niet zouden lijden onder slaapstoornissen als slaapapneu, maar waarschijnlijk omdat er vrees bestaat voor het kwijtraken van de rijbevoegdheid. Behandelaars Paul Hendriks en Peter de Vries pleiten voor meer bekendheid over de gevaren en betere regelgeving. "Slecht slapen leidt niet alleen tot minder alertheid op de weg, maar ook tot gezondheidsklachten op lange termijn". 

isala

Wegdommelende chauffeur in het verkeer

Een achter het stuur wegdommelende chauffeur is ieders schrikbeeld in het verkeer. En als er een bericht verschijnt in de media dat een vrachtauto achterop een file is gereden, dan schiet de vraag wel eens door de gedachten van de behandelaars in Isala Slaapcentrum in Zwolle of de betrokken chauffeur misschien niet in slaap is gevallen.

Harde cijfers ontbreken over slaapklachten

Het blijft voor iedereen echter gissen, want harde cijfers ontbreken en in de Nederlandse ongevalsstatistieken komen zulke incidenten onder het kopje ‘vermoeidheid’ terecht. Feit is echter dat chauffeurs zich nauwelijks met slaapklachten melden. Jaarlijks komen circa 2500 nieuwe patiënten voor een intakegesprek naar het Slaapcentrum in Zwolle, een van de grotere binnen Nederland, maar onder hen waren in 2022 tot dusver slechts een handjevol chauffeurs. Dat moet een zware ondervertegenwoordiging zijn, vermoeden longarts-somnoloog Paul Hendriks en physician assistent Peter de Vries, die samen met zes andere collega’s de slaaponderzoeken uitvoeren en zoeken naar een goede behandeling.

Drempel voor onderzoek en behandeling moet verdwijnen

Mede om die reden zochten De Vries en Hendriks contact met TVM om aandacht te vragen voor de problematiek. De drempel voor chauffeurs om zich te laten onderzoeken en te laten behandelen moet verdwijnen. Hopelijk kan er een bredere en betere bewustwording bereikt worden aangaande dit probleem, voor zowel de gezondheid van de chauffeurs als de veiligheid op de weg. 

Daarnaast zoeken ze naar wegen om de huidige regelgeving zo zorgvuldig mogelijk toe te passen en mogelijk te laten aanpassen, om chauffeurs zo snel mogelijk hun rijbevoegdheid weer terug te geven. Nu staan chauffeurs maandenlang langs de kant, waar een effectieve behandeling vaak sneller bereikt kan worden.

Meer aandacht voor vermoeidheid achter het stuur en andere regelgeving

De preventie kan volgens De Vries en Hendriks een impuls krijgen door er meer aandacht op te vestigen. Daarnaast zoeken zij naar wegen om de regelgeving zodanig aan te passen, dat chauffeurs niet meer maandenlang gedwongen thuis moeten blijven wegens het opschorten van hun rijbevoegdheid. Soms kan de behandeling veel minder tijd vergen.

Angst om voor langere tijd rijbevoegdheid kwijt te raken

Zij vermoeden namelijk dat chauffeurs zich met hun slaapproblemen niet durven melden uit angst om voor langere tijd hun rijbevoegdheid kwijt te raken. Want conform de wet mogen chauffeurs wanneer er sprake is van klachten van slaperigheid overdag en/of achter het stuur, minstens drie maanden en mogelijk langer niet rijden zolang het behandeltraject niet succesvol is afgerond. Ook daarna wacht hen een jaarlijkse controle voor de verlenging van hun rijgeschiktheid. 

Verantwoordelijkheid van de chauffeurs

Formeel moeten de chauffeurs die last hebben van slaperigheid achter het stuur zichzelf melden bij het CBR. De medici van het Slaapcentrum wijzen chauffeurs wel op die wettelijke plicht, maar ondernemen zelf geen stappen. Dat is de verantwoordelijkheid van de chauffeur zelf. “We zien in verhouding heel weinig chauffeurs”, zegt De Vries. “En als we ze spreken, dan horen we ook wel terug dat er verhalen rondgaan dat ze dan een tijdje niet mogen rijden. Dat zou wel eens heel veel chauffeurs buiten de deur kunnen houden van het Slaapcentrum. Ik zeg dan altijd: de weg wordt daar niet veiliger van.” 

IJsberg onder water

Ergens moet er een ijsberg onder water drijven, want uit Italiaans onderzoek van de universiteiten van Rome en Genua uit 2018 komt naar voren dat behoorlijk wat beroepschauffeurs lijden onder slaapstoornissen. Percentages schommelen rond de één op de vier truckers. Een andere studie van de University of Pennsylvania uit 2014 wijst uit dat 28 procent van de beroepschauffeurs last heeft van een milde tot een ernstige slaapapneu. Die percentages zouden vanzelfsprekend- moeten leiden tot een grotere toeloop van chauffeurs naar het Slaapcentrum in Zwolle en andere behandelcentra, maar dat is niet het geval.

In de spreekkamer in Zwolle voert de enkeling die wel hulp zoekt voor zijn of haar problemen vooral financiële argumenten aan. Het niet mogen rijden betekent soms een aderlating, want de ziektewetuitkering houdt geen rekening met toeslagen voor overuren. Sommige chauffeurs scheelt het 1000 euro in de maand en dat bedrag kunnen ze niet missen. “Het is een belangrijk deel van hun inkomen”, aldus longarts Hendriks. 

"Slecht slapen leidt ook tot gezondsheidsproblemen op lange termijn"

Volgens hem doen de chauffeurs zichzelf qua gezondheid tekort door klachten over slaapstoornissen te negeren. Want slecht slapen leidt niet alleen tot minder alertheid op de weg, maar ook tot gezondheidsklachten op de langere termijn, zoals hoge bloeddruk, hart- en vaatziekten, diabetes, overgewicht of een combinatie daarvan.

"Door verstoring van diepe slaap kan het herstel en 'onderhoud' van het lichaam niet goed worden uitgevoerd"

De bekendste en meest voorkomende slaapstoornis is slaapapneu, in vaktermen Obstructief Slaap Apneu of OSA. Hierbij valt de ademhaling stil door het dichtvallen van de keel, met name door het verslappen van de tongspier. Dat leidt tot zuurstofschommelingen in het lichaam en dat geeft de hersenen het signaal om in te grijpen en de ademhaling te herstellen. Soms merkt iemand daar niks of weinig van, maar de diepe slaap wordt verstoord en daardoor kan het herstel en het ‘onderhoud’ van het lichaam niet goed worden uitgevoerd. Patiënten hebben zelf vaak het idee dat ze goed slapen, maar de onderzoeken laten vaak toch een fors verstoorde slaapkwaliteit zien.

Slechte slaapkwaliteit: Op termijn prikkelbaar en minder alert

Hendriks: “Iedere keer dat de hersenen in moeten grijpen om de ademhaling te herstellen, wordt de slaap verstoord. Wanneer dit meermaals per uur gebeurt, leidt dit tot een slechte slaapkwaliteit. Je slaapt wel, maar je rust niet uit.” Meer dan vijf van zulke verstoringen per uur nachtrust geeft de diagnose apneu. Een stapeling van slechte nachtrust heeft op termijn prikkelbaarheid en minder alertheid tot gevolg, en verder slaperigheid overdag. Zo geraakt de patiënt in een vicieuze cirkel van vermoeidheid en op de lange duur tot verdere fysieke klachten.

Overgewicht speelt volgens De Vries en Hendriks een belangrijke rol in de ontwikkeling van slaapapneu, maar ook slanke mensen kunnen last hebben van slaapapneu. Het gevaar van slaperigheid is echter vele malen groter bij de chauffeur die een lange rit maakte op de snelweg  dan iemand die de bediening doet in een restaurant of café. De laatste heeft veel meer prikkels en is voortdurend bezig.

Diepere problematiek achter slaapproblemen

Hendriks en De Vries schetsen op basis van hun gesprekken met patiënten ook de diepere problematiek achter de slaapproblemen. "De mensen die wij spreken hebben bijvoorbeeld relatieproblemen met eventuele financiële gevolgen, soms een sociaal isolement of algemeen slecht functioneren op het werk of in de privésituatie. Het is een sluipend proces waarop niet meteen de vinger te leggen is." Het gekke is volgens beide medici dat een gang naar de huisarts en doorverwijzing naar het Slaapcentrum voor nader onderzoek vaak al heel snel tot verbeteringen leidt.

Slaaponderzoek 

In het Slaapcentrum wordt niet geslapen. Tegenwoordig is het slaaponderzoek sterk vereenvoudigd door op het oog simpele apparatuur, zoals een meetinstrument in de vorm van een polshorloge, een saturatiemeter op een van de vingers en een button op de borst om de slaaphouding te registreren. Na een meting van één nacht weten de behandelaars al hoe het met de slaap van de patiënt is gesteld en kan een behandeling worden begonnen. Deze bestaat niet uitsluitend uit het slapen met een soort ‘beademingsmasker’.

slaapcentrum

"Soms komen hier mensen die niet meer alles kunnen doen wat ze vroeger wel konden en geen uitweg meer zien"

Regelmatig kan ook een mondbitje/snurkbeugel of hulpmiddel om de slaaphouding aan te passen oplossing bieden. De Vries en Hendriks benadrukken dat ze goede ervaringen hebben met de gevolgen van de behandelingen, die zij soms als life changing omschrijven. “Soms komen hier mensen die niet meer alles kunnen doen wat ze vroeger wel konden en geen uitweg meer zien”, zegt De Vries. “Ze zijn blij dat bij het stellen van de diagnose eindelijk herkenning en erkenning is voor hun klachten. En dat er succesvolle behandeling mogelijk is. Soms worden ze ook emotioneel als je ze na twee maanden terugziet bij de controle, dan blijkt hun leven volledig omgeturnd.”

Niet zelden krijgen Hendriks en De Vries en hun collega’s van patiënten te horen dat ze hun oude leven hebben hervonden. Dit zou mogelijke twijfelende chauffeurs wakker moeten schudden.

 

"Luisteren doe je ook met je ogen"

Johan Hemmen, manager preventie en risicobeheer bij TVM verzekeringen, benadrukt het belang van het herkennen, erkennen en het bespreekbaar maken van signalen van vermoeidheid en slaapproblematiek. Alert en adequaat kunnen reageren op situaties is van onderscheidend belang in het verkeer.